SV | Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israel zondigen deed; [maar] hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria.) |
WLC | אַ֠ךְ לֹֽא־סָ֜רוּ מֵחַטֹּ֧אות בֵּית־יָרָבְעָ֛ם אֲשֶׁר־ [הֶחֱטִי כ] (הֶחֱטִ֥יא ק) אֶת־יִשְׂרָאֵ֖ל בָּ֣הּ הָלָ֑ךְ וְגַם֙ הָאֲשֵׁרָ֔ה עָמְדָ֖ה בְּשֹׁמְרֹֽון׃ |
Trans. | ’aḵə lō’-sārû mēḥaṭṭō’wṯ bêṯ-yārāḇə‘ām ’ăšer-heḥĕṭî heḥĕṭî’ ’eṯ-yiśərā’ēl bāh hālāḵə wəḡam hā’ăšērâ ‘āməḏâ bəšōmərwōn: |
Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israël zondigen deed; [maar] hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria.)
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israël zondigen deed; [maar] hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria.)
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!